Dat de ruimte voor actievoeren kleiner wordt merkten we de afgelopen jaren al. Corona zet de maatschappelijke tegenstellingen op scherp en versnelt dat proces. Het afdwingen van de coronamaatregelen doet ook grondrechten sneuvelen.
“We zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Corona treft ons allemaal.” Het werd de afgelopen maanden een uitgekauwd cliché. De mensen die zich ervan bedienen zitten meestal niet in de hoek waar de zwaarste klappen vallen. Het cliché is fout en misleidend. Corona is geen grote gelijkmaker. De pandemie vergroot integendeel de maatschappelijke tegenstellingen.
De impact van corona en van de maatregelen die genomen worden om het te bestrijden is voor mensen heel erg verschillend, afhankelijk van afkomst, klasse, gender, enz. Extreemrechts misbruikt de pandemie om racisme en haat te verspreiden. Het schept een context waarin de democratische controle verslapt en machthebbers een beleid kunnen doorduwen dat in andere omstandigheden op veel weerstand zou stuiten.
Wanneer maatschappelijke tegenstellingen zich verdiepen en zichtbaarder worden, staan ook rechten en vrijheden onder druk. De afgelopen jaren moesten we vaststellen dat de ruimte voor actievoeren steeds kleiner wordt. Overheden en bedrijven reageren vaker met repressie en intimidatie op acties. Een reeks wetswijzigingen maakte een strengere aanpak van collectieve acties mogelijk, denk maar aan de verlenging van de maximale duur van gerechtelijke aanhoudingen en de wet die kraken strafbaar maakt.
De coronapandemie draagt daar nu nog verder aan bij. De angst voor het virus en de noodzaak om de verspreiding zo veel mogelijk te voorkomen creëert een context waarin lokale besturen en ordehandhavers bijna carte blanche krijgen om met een lik-op-stukbeleid de genomen maatregelen af te dwingen. Daarbij sneuvelen ook grondrechten zoals het recht op vrije meningsuiting.
Manifestatieverbod
Christophe D’Haese (N-VA), burgemeester van Aalst, kondigde na de Black Lives Matter-manifestatie in Brussel aan dat hij alle betogingen in zijn stad zou verbieden. Alleen ‘samenscholingen’ tot 10 mensen zouden nog toegelaten worden. Zo’n algemeen verbod is buiten alle proportie en ongrondwettelijk.
Minister van Binnenlandse Zaken De Crem (CD&V) ging mee in het opbod. Hij raadde in een omzendbrief alle burgemeesters aan "het recht om te betogen in hun gemeente te beperken of om - indien echt noodzakelijk - een betoging te verbieden."
Dat bij manifestaties een aantal noodzakelijke hygiënevoorschriften in acht moeten worden genomen, ligt voor de hand. Maar manifestaties en acties in verschillende steden toonden aan dat manifesteren best mogelijk is, ook mét respect voor de coronamaatregelen.
De beperkingen die aan manifestaties werden opgelegd staan ook in schril contrast met de volkstoeloop die in winkelstraten werd getolereerd én door lokale besturen werd aangemoedigd. Corona lijkt dus eerder een voorwendsel om het recht op actievoeren in te perken, op een moment dat verontwaardiging en woede over racisme en politiegeweld hoog oplopen en mensen op straat komen om verandering te eisen.
Actie: “GAS geven”
Lokale besturen gebruiken ook GAS – gemeentelijke administratieve sancties – om het recht op actievoeren in te perken. Ook dat bleek de afgelopen maanden nog maar eens. Een beperkte selectie:
• Op 5 januari voert Ineos Will Fall actie op de nieuwjaarsreceptie van de Stad Antwerpen. Ze ontrollen spandoeken en poseren met een reus die burgemeester De Wever voorstelt. De politie grijpt in. Zevenendertig mensen krijgen GAS-boetes omdat de actie niet aangevraagd werd.
• Mohammed Shabini maakt op 3 juni aan het gerechtsgebouw van Gent met krijt een kunstwerk ‘Crime scene’. Daarmee willen hij en VOEM vzw de moord op George Floyd herdenken en protesteren tegen racistisch geweld. Volgens de politie mogen zowel VOEM als Mohammed een GAS-boete verwachten.
• Op 25 juni protesteren in verschillende Belgische steden kunstenaars en mensen die in de cultuursector werken. Ze vragen extra steun zodat de sector door de corona-crisis heen kan komen. In Gent krijgen de organisatoren te horen dat ze GAS-boetes zullen krijgen.
In sommige gevallen is niet zeker of actievoerders ook echt gesanctioneerd zullen worden. Die beslissing komt toe aan de ambtenaar, niet aan de politie. Die laatste gebruikt GAS wel kwistig als dreigingsmiddel, terwijl de uitvoering van het politiereglement wordt gekenmerkt door onduidelijkheid en willekeur.
Dit voorbeeld illustreert de willekeur: twee jonge vrouwen kaartten in Gent seksuele intimidatie op straat aan. Met krijtspray lieten ze boodschappen achter op straat en hun actie kreeg aandacht op sociale media en in enkele kranten. Het stadsbestuur gaf hen toestemming om de actie verder te zetten. Wat ons betreft terecht. Maar voor precies dezelfde feiten – krijtboodschappen in de openbare ruimte – riskeren én krijgen andere groepen GAS-boetes. Je weet dus niet waar je aan toe bent. Of je een sanctie krijgt of niet, lijkt af te hangen van de sympathie van het stadsbestuur.
Het kan anders
Volgens de lokale politiereglementen moet je van het schepencollege toestemming krijgen voor je mag manifesteren. Organiseer je een niet toegelaten manifestatie (of neem je eraan deel) dan riskeer je GAS, ook wanneer je de manifestatie wel vooraf aankondigde bij de politie of het gemeentebestuur. In de praktijk worden de begrippen ‘manifestatie’ en ‘samenscholing’ dan ook nog eens heel ruim geïnterpreteerd.
Nochtans kan het anders. In Nederland bijvoorbeeld moet je geen toestemming krijgen om te demonstreren maar een manifestatie alleen maar vooraf melden. Alleen in uitzonderlijke omstandigheden kan de burgemeester een manifestatie verbieden. Ook daar maken overheden misbruik van: zo werden vorig jaar protesten tegen Zwarte Piet verboden, terwijl daar eigenlijk geen goede reden voor bestond. Maar de logica is daar wel omgekeerd: zolang het niet verboden is, mag het.
Al sinds de invoering van de GAS worden ze gebruikt om actiegroepen en bezorgde burgers te intimideren en het zwijgen op te leggen. Op die manier hollen ze ons recht op vrije meningsuiting verder uit. Vredesactie raadt iedereen die GAS krijgt omwille van geweldloze acties of manifestaties dan ook aan om verweer te doen bij de sanctionerend ambtenaar en zich te organiseren om hun ongenoegen te laten horen. Gemeentebesturen moeten hun politiereglement aanpassen zodat GAS niet langer kunnen worden toegepast waar het om vrije meningsuiting gaat.